Stamrechtvrijstelling
De stamrechtvrijstelling is per 1 januari 2014 afgeschaft. Dit betekent dat iemand die na 1 januari 2014 een ontslagvergoeding ontvangt deze vergoeding niet meer onbelast kan onderbrengen in een stamrecht-BV, een stamrechtverzekering of stamrechtspaarrekening. De ontslagvergoeding wordt na 1 januari 2014 progressief belast met loonbelasting tegen een tarief van 37%-52%.
Een mogelijkheid om de progressieve belasting over de onslagvergoeding enigzins te matigen is de toepassing van de middelingsregeling in de inkomstenbelasting.
Verder blijft het met een omweg mogelijk de ontslaguitkering belastingvrij in een lijfrenteverzkering of een lijfrentespaarrekening onder te brengen. Dit kan via de regulere lijfrenteaftrek in de inkomstenbelasting. Er dient dan wel sprake te zijn van een pensioentekort. Verder dienen er liquiditeiten aanwezig te zijn om tijdelijk de ingehouden loonbelasting te compenseren (tot de voorlopige teruggave inkomstenbelasting volgt).
Overgangsrecht stamrechtvrijstelling
In het overgangsrecht (voorgestelde artikel 39f Wet LB 1964) wordt geregeld dat met betrekking tot op 31 december 2013 bestaande aanspraken de oude regels van toepassing blijven. Op grond van de wettekst is het voldoende dat er op 31 december 2013 een aanspraak bestaat. Uit de Memorie van Toelichting (MvT) kan echter worden afgeleid dat de ontslagvergoeding voor 31 december 2013 daadwerkelijk moet zijn betaald. Op grond van de voorgestelde wettekst is de stamrechtvrijstelling nog van toepassing indien de werkgever vóór 31 december 2013 de ontslaguitkering (in de vorm van een stamrecht) heeft toegezegd.
De Nederlandse Orde van Belastingadviseurs heeft de Staatsecretaris inmiddels verzocht om duidelijkheid te scheppen over de in de MvT gesuggereerde betalingseis.
Stamrecht BV
Afschaffing van de stamrechtvrijstelling in de loonbelasting betekent ook dat een ontslagvergoeding met ingang van 1 januari 2014 niet langer onbelast in een stamrecht-BV kan worden ondergebracht.
Bestaande stamrecht-BV’s worden ongemoeid gelaten. De overheid moedigt wel aan het stamrecht in 2014 in eens volledig uit te keren. Zie hieronder.
Uitkering stamrecht ineens in 2014
Met ingang van 2014 is de verplichting dat (ontslagvergoeding) stamrechten in periodieke termijnen moeten worden uitgekeerd, vervallen. De bestaande stamrechten kunnen daardoor zonder 20% revisierente ineens worden uitgekeerd. De uitkering wordt dan wel in een keer volledig belast (tegen maximaal 52%). Het netto bedrag wordt vervolgens jaarlijks belast met 1,2% vermogensrendementsheffing in box 3. Deze regeling gaat gelden voor stamrechten ondergebracht bij de eigen BV, een bank of een verzekeraar. Let op: uitkering ineens is een keuze, geen verplichting.
Wie het stamrecht in 2014 ineens volledig heeft laten uitkeren kreeg (alleen in 2014) een korting van 20%. In dat geval werd 80% van het stamrecht belast tegen progressief tarief (maximaal 52%).
Auteur: mr. P.E.E.G. Miedema (17-9-2013). Laatst gewijzigd 17 april 2017)