Wanneer jouw bezwaar tegen de belastingaanslag door de Belastingdienst (geheel of gedeeltelijk) is afgewezen, kan je hier tegen in beroep bij de belastingrechter. In de belastingrechtspraak geldt de vrije procesvertegenwoordiging. Dit betekent dat je niet verplicht bent een advocaat in te schakelen. Je kunt de rechtszaak zelf voeren. Of je kunt er voor kiezen een gespecialiseerde fiscaal jurist in te schakelen.
Wat kost nu zo’n beroepsprocedure?
Ten eerste moet je bij het indienen van het beroepschrift bij de Rechtbank griffierecht betalen. Dit is € 50 voor natuurlijke personen voor inkomstenbelasting zaken en € 184 bij andere belastingen, zoals de omzetbelasting (BTW). Voor rechtspersonen zoals een B.V. of een stichting is het griffierecht € 365 (tarieven 2023).
Als je er voor kiest om de procedure niet zelf te voeren komen daarbij nog de kosten van de fiscaal jurist voor de opbouw van de standpunten, het opstellen en indienen van het beroepschrift en het verweer op de zitting van de Rechtbank. In mijn praktijk liggen de kosten van de gemiddelde zaak op € 2.500 (exclusief BTW). De duurste was € 10.000 (zeer ingewikkelde en langlopende zaak). De goedkoopste was € 1.100 (de Belastinginspecteur nam onmiddellijk na het indienen van het beroepschrift contact op voor het sluiten van een compromis).
Wordt je door de rechter geheel of gedeeltelijk in het gelijk gesteld dan krijg je het griffierecht vergoed. Ook krijg je dan een proceskostenvergoeding toegewezen. Deze vergoeding is afhankelijk van het aantal proceshandelingen en de ingewikkeldheid van de zaak, maar bedraagt vaak € 1.138.
De gemiddelde doorlooptijd van een belastingzaak bij de Rechtbank is 294 dagen (2021).